
Evacués in Opsterland
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen duizenden evacués uit Zuid- en Oost-Nederland in Friesland terecht. Ook in Opsterland werden velen opgevangen, vaak bij gastgezinnen of in gebouwen als Harinxma State en Lauswolt. Archiefstukken laten zien hoe de gemeente en lokale commissies de opvang organiseerden en welke uitdagingen daarbij speelden.

In 2025 vieren we 80 jaar bevrijding. Vrijheid is niet vanzelfsprekend, ook nu zijn we getuige van conflicten in de wereld, wat ervoor zorgt dat er grote stromen met mensen een veilig heenkomen zoeken. Mensen die elders een veilige plek zoeken, is in elke oorlog een terugkerend fenomeen. In 1944 kwam er in Nederland een grootschalige beweging van evacués op gang uit delen die hard getroffen werden door de oorlog. Daarbij kwamen allerlei praktische aspecten naar voren, waaronder de huisvesting. Talloze gastgezinnen openden hun deuren voor de ontheemden. Families uit onder meer Roermond, IJmuiden en Arnhem moesten plotseling huis en haard achterlaten, omdat ze in de vuurlinie terechtkwamen. In het gemeentearchief deze keer enkele documenten met correspondentie tussen de gemeente Opsterland en de Commissaris Afvoer Burgerbevolking (tegenwoordig Commissaris van de Koning) in Leeuwarden, een functie die toen uitgevoerd werd door baron van Harinxma thoe Slooten. Het geeft inzicht in de manier waarop de opvang in zijn werk ging.


Een grote stroom mensen
Op 3 november 1944 werd duidelijk dat Friesland aan de vooravond stond van een grote instroom van vluchtelingen uit het zuidelijke deel van Nederland. Daarom werden de burgemeesters van de Friese gemeenten bijeen geroepen door de Commissaris Afvoer Burgerbevolking in Leeuwarden. Onderwerp van het gesprek was het ‘Evacuatie Vraagstuk’. Op 31 oktober 1944 werd daarover een overleg ingepland. De eerste cijfers die de ronde deden, verhaalden over zo’n 12.000 personen die naar Friesland kwamen vanuit de Achterhoek, Gelderland. Het plan was om hen onder te brengen in gemeente ten noorden van de spoorlijn Harlingen-Groningen en gemeente Achtkarspelen. Ook vanuit Limburg kwam er een stroom mensen naar het noorden. De evacuatie was op bevel van de Duitse Weermacht. Gevechtshandelingen dwong de bevolking richting het noorden te trekken. Dit ging te voet. Afstanden die werden afgelegd waren daarom ongeveer 25 kilometer per dag. Wel werd er transport geregeld vanaf Ommen, via De Wijk, Meppel en Heerenveen, zodat het gros van de verwachte 12.000 mensen via Leeuwarden naar hun bestemming kon. Er werd ook een groep van ongeveer 3.000 personen via het tracé Gorredijk-Drachten-Surhuisterveen-Buitenpost vervoerd, om zo de gemeenten Achtkarspelen, en Kollumerland en Nieuwkruisland te kunnen bereiken. Voor deze groep werd verwacht dat er vanuit Opsterland, en dan met name Gorredijk, hulp geregeld zou worden. Men schatte in dat er per dag een groep van zo’n 1.000 personen door Gorredijk te leiden.
Afstemming en planning
Veel dorpen en steden hadden lokale evacuatiecommissies. Om alles in goede banen te leiden, werd er telefonisch of ‘per ordonnans’ doorgegeven aan Comité Gorredijk hoe de reis verliep. Hierna moesten de gevluchte mensen opgehaald worden van een bepaalde locatie en worden voorzien van warm eten. Hiervoor werd de hulp ingeroepen van de Centrale keuken. Verder was de bedoeling dat zij vanuit Drachten werden opgehaald uit Gorredijk met paard en wagen. Comité Drachten moest hiervan ook tijdig op de hoogte gesteld worden. Gorredijk werd beschouwd als tussenstop. Medisch personeel werd gevraagd tijdig klaar te staan voor de zieken. Al in 1942 was er een speciale lokale evacuatiecommissie opgericht die zich bij dergelijke grote doortrekkende groepen een leidinggevende taak toebedeelde.
Capaciteitsproblemen
Ook in Opsterland werden evacués opgevangen. Hoe goed de voorbereidingen ook waren, er ontstonden op een bepaald moment problemen met de capaciteit. Op 8 februari 1945 werd aan de Commissaris Afvoer Burgerbevolking te kennen gegeven dat de capaciteit onvoldoende was voor nog meer mensen. Van de gemeente Opsterland werd verwacht om in totaal 4.000 opvangplekken te creëren. Onder andere door het onderlopen van de polders was er een sterke vermindering van de opvangcapaciteit: er zou een vermindering zijn van 2.600 plaatsen. Opsterland had op dat moment al minstens 1.391 evacués opgevangen. Duidelijk werd dat meer mensen opvangen een groot probleem zou opleveren. In de berekening was bovendien geen rekening gehouden met het grote aantal kinderen en hongerevacués dat al opgevangen werd. Wel stelden de polderbesturen en lokale evacuatiecommissies een lijst op van gezinnen die voor evacuatie in aanmerking kwamen. Zij kregen de kans om zelf een plek te zoeken binnen de gemeente.

Harinxma State en Lauswolt
Locaties waar opvang geregeld werd, waren onder meer in Harinxma State en in enkele vertrekken van Lauswolt. Deze locaties werden gebruikt voor de ‘evacuatie van de R.K. gesticht “De Steenen Trappen”’. Harinxma State werd zelfs volledig gebruikt voor de opvang. Men had hier 16 grote en kleinere kamers, de keuken, gang, zolder, gangen, souterrain, 2 badkamers en de gehele tuin tot hun beschikking. Lauswolt stelde 5 grote ongemeubileerde kamers, 2 gemeubileerde kamers en 2 kleine ongemeubileerde kamers beschikbaar. Ook de woning van de huisknecht werd gebruikt. Om te beoordelen welke kosten de opvang met zich mee had gebracht, werd er in augustus 1945 een onderzoek ingesteld door de gemeente naar de huurwaarde en het afvoeren van de privaattonnen door de plaatselijke reinigingsdienst. Doordat de evacuatie was voorgeschreven door de militaire overheid, kon de aangebrachte schade worden opgegeven en werd vergoed. Verder liet de huisknecht weten dat er schade was aan een vloerkleed in zijn kamer, aan het zeil van de keukenvloeren en de gangloper was door het vele gebruik versleten geraakt. Ook waren 8 waskommen gebroken. Met de evacuatiecommissie moest worden afgestemd hoe de kosten vergoed zouden gaan worden.
Meer informatie
Bij Tresoar is meer te lezen over de ervaringen van evacués, hun gastgezinnen en de opvang: Tresoar - Twadde Thús | Evacués en hun Friese gastgezinnen in WOII
Afbeeldingengalerij
